Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zo kwam Kedor-laomer in het veertiende jaar, en de koningen, die met hem waren, en sloegen [13]de Refaieten [14]in Asteroth-karnaim, en de Zuzieten in Ham, en [15]de Emieten in [16]Schave-kiriathaim; 13. Een volk, afkomstig van Kanaan. Zie onder hfdst.15 vs.20. Anders, Reuzen; men meent dat dezen zo genoemd zijn, om hun gezonde kracht en sterkte. 14. Een stad over de Jordaan, ook alleen Asteroth genaamd: Deut.1:4; Joz.9:10, en Joz.13:31; haar toenaam is Karnaim, welke zij schijnt te hebben van wege haar gelegenheid. 15. Zeker volk, hetwelk men meent dat reuzen geweest zijn. 16. Een stad van de Rubenieten, naderhand in Gilead gebouwd, eerst, zoals het schijnt, genaamd Schave. Zie onder vs.17; Num.32:17; Joz.13:19. Anders, in het effen land.